Hoe vaak ben je thuisgekomen met een net mandarijnen die eruitzien alsof ze net zijn geplukt in een zonovergoten boomgaard, maar smaken alsof ze twee weken op de verwarming hebben gelegen? Geen zorgen, experts Jan Verschoor en Christian Hesselberth hebben vier gouden tips om telkens weer de sappige, smakelijke mandarijnen ertussenuit te pikken.
Let op de schil
De eerste stap in je zoektocht naar de perfecte mandarijn begint bij de schil. Volgens Jan Verschoor, fruitonderzoeker aan Wageningen University & Research, zit je goed met een exemplaar dat stevig aanvoelt, flink zwaar is en een glanzende, oranje buitenkant heeft. “Let ook op het steeltje: als dat nog groen is, is de kans groot dat je een vers exemplaar hebt”, legt Verschoor uit in het AD.
Groenteboer Christian Hesselberth voegt daaraan toe dat je vooral moet voelen. “Een mandarijn die te hard aanvoelt, is van binnen vaak droog. Maar een exemplaar met net genoeg stevigheid en een gladde schil is meestal sappig.”
Gebruik je neus
Mandarijnen mogen dan klein zijn, hun geur vertelt een groot verhaal. “Knijp je in de schil, dan komt etherische olie vrij die heerlijk geurt. Dit is een teken van versheid”, aldus Verschoor.
Maar pas op: veel mandarijnen zijn gehuld in een dun waslaagje. Producenten brengen deze aan om uitdroging en schimmelvorming te voorkomen, maar het dempt ook de geur. Gelukkig is deze coating meestal gemaakt van natuurlijke stoffen.
Herkomst en transportsnelheid
Mandarijnen groeien tegenwoordig in alle uithoeken van de wereld. Waar ze vroeger vooral uit Spanje kwamen, vinden ze nu ook hun weg vanuit Zuid-Afrika, Peru en Brazilië naar de Nederlandse schappen.
Snelheid is cruciaal voor de smaak, benadrukt Hesselberth: “Een mandarijn die vandaag geplukt wordt, kan binnen een paar dagen in Nederland zijn. Dit verschil in transporttijd merk je in de versheid: hoe sneller een mandarijn in de winkel ligt, hoe minder kans dat hij onderweg uitdroogt of beschadigd raakt.” De langere transporttijd van mandarijnen uit Zuid-Amerika kan echter een deel van hun frisheid wegnemen.
Bij grote oogsten worden overtollige mandarijnen opgeslagen in koelcellen. Dat reguleert het aanbod, maar kan wel invloed hebben op de smaak en textuur. Gelukkig kun je met een beetje speurwerk in de supermarkt vaak alsnog prima
fruit vinden, zelfs als het voor een lage prijs aangeboden wordt.
Kies je favoriete ras
Met meer dan 300 rassen mandarijnen is er voor elk wat wils. Verschoor legt uit dat Satsuma’s wat zuurder zijn, terwijl Clementines geliefd zijn vanwege hun zoetheid en makkelijke schilbaarheid. En dan is er nog de Israëlische ‘Orri’, beroemd om zijn zoete smaak, het gemak waarmee je hem pelt en zijn pitloze perfectie.
Momenteel is de clementine ‘Oranule’ erg populair, weet Hesselberth. En over een paar weken kun je de volle, zoete smaak van de ‘Orri’ verwachten op de groenteafdeling. Tip: vraag in de winkel welk ras op dat moment het beste is.
Verschoor concludeert: “Mijn advies als je een mandarijn niet lekker vindt? Breng het terug naar de winkel. Consumenten hebben zo invloed op de kwaliteit van het fruitaanbod.”
Zo bewaar je mandarijnen het beste
- Houd ze koel en donker, idealiter tussen de 5 en 8 graden Celsius.
- Een fruitschaal werkt ook, maar eet ze op voordat ze gaan uitdrogen of rotten.
- Bruine plekjes? Proef eerst! Soms smaken deze mandarijnen nog prima.