Als 11-jarig meisje wou ik graag naar de havo, maar volgens mijn leerkracht van de laatste klas op het basisonderwijs was ik 'echt maar een mavo-kind'. Mijn leerkracht typeerde mij als druk, chaotisch, snel afgeleid en slecht in
rekenen. Mijn resultaten waren
gemiddeld en uit mijn Cito-score kwam een havo-advies. Ik had interesse in taal en daar was ik ook goed in, maar de oudergesprekken op school gingen toch vooral over het ontbreken van mijn rekenkwaliteiten. Rekenen 'zat niet in me' en de havo zou ik absoluut niet aankunnen, vanwege het ontbreken van een wiskundig inzicht.