Ooit waren ouderen echt arm. In 1850 leefde maar liefst 80 procent in bittere armoede. Talloze oudjes moesten overleven door lucifers te verkopen, schoenen te poetsen of te bedelen. Tot in de vroege twintigste eeuw werden ze zelfs verhandeld door liefdadigheidsorganisaties. De zorgaanbieder die het minst vroeg, kreeg de bejaarde toegewezen - waarbij de vergoeding afhankelijk was van de hoeveelheid werk die de betrokkene nog kon verrichten. Dat was nog eens marktwerking. Lees meer in
De Volkskrant