Tussen alle veldslagen, die er nu in Europa worden uitgevochten over de honderden miljarden euro’s om de crisis te bezweren, vecht de Europese Unie zelf ook nog zijn eigen financiële oorlogje uit. En dat gaat dan om de Europese begroting, zeg maar het geld dat Brussel zelf kan uitgeven. Die vermaledijde Europese subsidiepotten dus. Dat gevecht vindt eens in de zes jaar plaats. Om, zoals bij de nationale begrotingen, jaarlijks touwtrekken te voorkomen, legt Europa steeds voor een periode van zes jaar vast wat er in de knip zit. Dit jaar nog moet de EU beslissen over de begrotingsruimte voor de jaren 2014 tot en met 2020. Dat gaat alles bij elkaar om een heel pak geld. De strijd is nog niet gestreden, maar de uitkomst – voor die zes jaar – zal uitkomen op zo’n 1000 miljard euro. Opgebracht naar rato door de 27 lidstaten. Per jaar komt dat neer op zo’n 170 miljard euro. Hoewel het ene land er meer van terug ziet dan een ander, zit er gemiddeld voor de 500 miljoen Europeanen 340 euro per inwoner per jaar in de kas. Anders gezegd: één euro per dag per Europeaan. Ter vergelijking: de Nederlandse regering geeft volgend jaar volgens de laatste Miljoenennota 260 miljard euro uit. Op een bevolking van 16 miljoen is dat zo’n 45 euro per inwoner per dag. Tegen Europa dus één euro per dag. Poolse loodgieter Zoals gezegd deelt niet ieder land even rijkelijk mee bij de verdeling van die Europese centen. Met name de nieuwkomers in Oost-Europa profiteren. Terecht, zeggen zij; de rest van Europa is gebaat bij een snelle economische ontwikkeling in het oosten. Een welvarend Oost-Europa is niet alleen een betere afzetmarkt, het zal ook de Poolse loodgieter thuis houden. Maar goed, Europa kost Nederland geld. In strikte zin dan. Het CBS heeft berekend dat dankzij de euro en de interne markt Nederland per inwoner 1250 euro extra verdiend. Maar van die Europese begroting ziet een Nederlander niets terug. Toch ook hier een relativering. Na aftrek van subsidies van Brussel betaalt Nederland ‘netto’ 3,5 miljard aan Europa. Het is nog niet te zeggen wat Rutte en Samsom op dit punt afspreken, maar het is bijvoorbeeld ruim minder dan de 4,5 miljard euro die Nederland de laatste jaren aan ontwikkelingssamenwerking gaf. De bijdrage aan Europa komt neer op een dikke 200 euro per Nederlander per jaar. Nullijn Dat neemt allemaal natuurlijk niet weg, dat iedere euro teveel of verkeerd uitgegeven er een teveel is. Waakzaamheid is geboden. De Europese Commissie en het Europese Parlement (althans een meerderheid daarvan) zouden de EU-begroting het liefst zien groeien. Er komen meer taken op Europa af, en daarvoor is geld nodig. De lidstaten trappen echter tot nu toe op de rem: als iedereen met minder moet, moet ook Europa de tering naar de nering zetten. Demissionair staatssecretaris Ben Knapen van Europese zaken heeft voorgesteld 100 miljard euro te schrappen in de voorstellen van de Europese Commissie. Europa komt daardoor min of meer op de nullijn uit. Dat lijkt een faire middenweg. De vraag is alleen welk aandeel Nederland in de kosten neemt. Of het opnieuw steen en been gaat klagen over de te hoge lasten van Nederland voor Europa. Zes jaar terug speelden CDA-minister-president Balkenende en VVD-minister van financiën Zalm hoog spel om de Nederlandse bijdrage omlaag te brengen. Onder meer door te dreigen met een veto - een veel besproken, maar spaarzaam gebruikt wapen in Europa – lukte het om ‘een korting’ van een miljard euro uit de onderhandelingen te slepen. Het was een beetje een sigaar uit eigen doos, omdat Nederland in diezelfde onderhandelingen honderden miljoenen euro’s aan subsidie moest opgeven. Het wapengekletter van Balkenende en Zalm vond niet alleen in Brussel een negatieve weerklank. Ook in Nederland zelf heeft het optreden van de twee zijn effect niet gemist. Door de kwestie zo hoog op te spelen, versterkten zij – kort na het debacle van de Europese Grondwet – het populistische beeld, dat het ‘geldverslindende Europa’ niet de oplossing, maar de oorzaak van alle problemen was. Het was in ieder geval het begin voor de anti-Europa koers, die door VVD, CDA en ook PvdA lang is gevolgd. ‘Klagen over Brussel’ leek die partijen het beste middel om de kiezer te paaien. Moddergevecht De laatste Tweede Kamerverkiezingen hebben een omslag laten zien: CDA en PvdA zijn niet langer vies van Brussel en de VVD laat het schimpen op Europa graag aan de PVV over. Aan de onderhandelaars Mark Rutte en Diederik Samsom nu de uitdaging om die omslag ook te laten doorklinken in de inzet voor de onderhandelingen over de financiering van Europa. Daarbij past de houding van een strenge, maar rechtvaardige boekhouder. Kan er stevig getrokken worden aan het eigentijdser maken van de prioriteiten: minder geld naar landbouw en meer voor innovatie en onderzoek. Maar een moddergevecht over iedere euro doet de toekomst geen recht. Want echt, om het geld hoeven we Europa niet te laten.