Kamelen en dromedarissen zijn wonderlijke schepsels. Ze kunnen wel tien dagen zonder water, zelfs in hele warme omstandigheden. Waar de mens en andere dieren allang het loodje zouden leggen, beweegt een kameel rustig verder.
94 procent van de kameelachtigen op aarde zijn dromedarissen (met één bult), en 6 procent is kameel (met twee bulten). Ze worden ook wel het 'schip van de woestijn' genoemd omdat ze een zwaaiende beweging maken tijdens het lopen en veel reizigers die op de kamelen rijden 'zeeziek' worden. Rennend kunnen ze de 36 kilometer per uur halen. Ze hebben een enorm uithoudingsvermogen en kunnen tot wel 280 kilo tillen.
De dieren gaan extreem zuinig om met vocht en als ze de kans krijgen, drinken ze ongelooflijk rap. Kamelen kunnen 200 liter water opslurpen binnen drie minuten. De mens kan al na het drinken van vijf liter water overlijden, maar kamelen zijn veel beter uitgerust om de verlaagde osmotische druk in hun lichaam aan te kunnen. Ze hebben ovale rode bloedcellen en het eiwit spectrine houdt hun celmembranen gezond.
De bult(en) zitten niet vol met water, zoals veel mensen denken, maar met vet. Bij het verbranden van deze reserve komt veel water vrij. Ze recyclen vocht door een filter in de neus, en hun vacht zorgt voor een isolatie bij hitte en koude waar Funda een A++ voor zou uitdelen.
Kijk hier hoe de woestijndieren hun drinkwater naar binnen schrokken: