Kunnen die importheffingen van Trump ook goed zijn voor het milieu? Nee.

Klimaat, natuur en milieu
maandag, 28 april 2025 om 7:54
bijgewerkt om maandag, 28 april 2025 om 8:06
schermafbeelding 2025 04 28 om 080435
De recente importheffingen die president Trump heeft aangekondigd, waaronder 20% op Europese producten (later verlaagd naar 10%), hebben wereldwijd economische schokgolven veroorzaakt. Terwijl economen zich zorgen maken over de gevolgen voor bedrijven en consumenten, rijst ook de vraag: zou minder wereldhandel door deze heffingen misschien juist goed kunnen zijn voor het milieu? Als er minder goederen over de oceanen worden verscheept, betekent dat toch minder CO2-uitstoot?
Is minder transport automatisch beter voor het milieu? Vrachtschepen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 2% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Maar het idee dat lokale productie altijd milieuvriendelijker is, klopt niet helemaal. Waarom niet?
  • Transport is vaak maar verantwoordelijk voor 5 tot 20% van de totale uitstoot van een product
  • Soms is productie in warmere landen juist efficiënter, zoals bij tomaten in Spanje versus verwarmde Nederlandse kassen
  • Gespecialiseerde producenten, zoals Nederlandse champignonkwekers, werken vaak efficiënter dan lokale alternatieven
  • Wat je eet of koopt heeft meestal meer impact dan waar het vandaan komt
"In plaats van alleen te kijken naar hoeveel we consumeren en waar het vandaan komt, moeten we vooral kijken naar wát we consumeren," zegt hoogleraar Marcel Timmer van de Rijksuniversiteit Groningen. "Als je niet wilt stoppen met vlees eten, scheelt overschakelen van rundvlees naar kip bijvoorbeeld al enorm."
Wat doen de heffingen met groene technologie? Trumps handelsbeleid kan juist nadelig uitpakken voor klimaatdoelen. Hoe dan?
  • Bedrijven die duurzame technologieën maken worden ook getroffen
  • Bouwers van windturbines of elektrische auto's moeten meer betalen voor grondstoffen
  • Economische onzekerheid kan leiden tot minder investeringen in nieuwe technologieën
  • Grid batterijen krijgen te maken met tarieven tot 65%, wat uitbreiding belemmert
  • Gespecialiseerde onderdelen voor schone energie kunnen niet zomaar lokaal geproduceerd worden
Volgens Bentley Allan van Johns Hopkins University: "Voor de batterijen, zonnepanelen en windturbines die we in de Verenigde Staten willen bouwen, hebben we internationale onderdelen en materialen nodig. Dit zijn geen materialen of componenten die we zomaar zelf kunnen gaan produceren binnen de termijnen die we nodig hebben om klimaatdoelen te halen."
Wat betekent dit voor ontwikkelingslanden? Landen in ontwikkeling worden extra hard geraakt door de heffingen:
  • Vietnam en Cambodja krijgen heffingen tot 49% opgelegd
  • Deze landen gebruiken export als 'ladder' naar economische ontwikkeling
  • De werkgelegenheid in lage-loonlanden komt onder druk
  • Het opbreken van internationale toeleveringsketens kan milieuefficiëntie verlagen
"Minder ontwikkelde landen worden disproportioneel geraakt door handelsbeperkingen," legt Timmer uit. "Zij hebben de wereldmarkt nodig om op grotere schaal te kunnen produceren en exporteren, omdat ze zelf nog maar weinig consumeren. Die ladder wordt zowat weggeschopt."
Kunnen handelsregels op een andere manier verbeterd worden? Er zijn betere manieren om handel te verduurzamen dan heffingen:
  • Strenge importeisen op gebied van duurzaamheid en mensenrechten
  • Bedrijven dwingen misstanden in hun aanvoerketens op te sporen
  • Handelsafspraken die rekening houden met sociale en milieuaspecten
  • Gerichte beprijzing van koolstofuitstoot in plaats van algemene handelsbeperkingen
Uit onderzoek blijkt dat protectionisme de milieu-efficiëntie van ontwikkelingslanden verlaagt, ook al kan het hun territoriale uitstoot verminderen. Een beter gebalanceerd internationaal handelssysteem zou zowel economische als ecologische belangen kunnen dienen.
Ondertussen zoeken bedrijven en beleidsmakers naar alternatieven om de handelsbeperkingen te omzeilen. "Als we in het verleden iets hebben gezien, is het hoe veerkrachtig de wereldhandel is," merkt ING-sectoreconoom Thijs Geijer op.
Verder lezen over dit onderwerp: