Het methaan dat opgeslagen zit in de permafrost is de grote onbekende in de klimaatcrisis. Langzaam wordt er steeds meer bekend over het gas, dat zomaar kan vrijkomen als de bevroren aarde smelt. Uit nieuw onderzoek blijkt dat er grote hoeveelheden methaan diep onder de grond zitten.
De bovenste laag permafrost is inmiddels goed bestudeerd, maar wat daaronder zit, daarover is minder bekend. Daarom hebben onderzoekers geprobeerd de opslag en verdeling van methaan op Spitsbergen in kaart te brengen. Daarvoor is gekeken naar acht heel diepe boorgaten die fossielebrandstofbedrijven in de permafrost hebben geboord. Daarbij zijn grote hoeveelheden methaan ontdekt. De conclusie is dat dit methaan, dat minimaal op 2 meter diepte ligt, eenvoudig te vinden is en dus ook makkelijk naar het oppervlak kan komen als de permafrost smelt. Dit geldt waarschijnlijk voor methaan overal in de permafrost, dus niet alleen op Spitsbergen.
Uit het onderzoek blijkt dat permafrost dat in een vallei ligt, beter behouden blijft en dat daar het gevaar van vrijkomend methaan dus kleiner is dan in hoger gelegen gebieden. Dat komt waarschijnlijk doordat in een vallei de permafrost wordt gevormd door het grondwaterpeil, waardoor een veel dikkere ijslaag ontstaat. In hooglanden met minder water is het ijs dunner en ook doorlaatbaarder. Daar zal dus veel eerder methaan vrijkomen. Op dit moment lekt er nog weinig methaan, maar dat kan snel veranderen. Hoeveel er dan vrijkomt en wat de gevolgen zijn, blijft voorlopig speculeren, maar het ziet er niet goed uit.