Zuid-Afrikaanse wetenschappers hebben voor het eerst levende neushoorns geïnjecteerd met radioactief materiaal. Volgens de onderzoekers is dat ongevaarlijk voor de bedreigde dieren, maar kan het wel een manier zijn om het stropen tegen te gaan.
In Zuid-Afrika leeft een grote populatie neushoorns, maar is ook veel illegale jacht op de dieren. Stropers zijn uit op de hoornen, die vooral in Azië gebruikt worden voor traditionele geneeskunde. Volgens het Zuid-Afrikaanse ministerie voor Milieu zijn vorig jaar 499 neushoorns in het land gedood. De handel in hoorns is verboden, maar nog niet uitgebannen, schrijft het ANP.
Nu hebben wetenschappers bedacht dat die handel kan worden tegengegaan met radioactief materiaal. Door de hoorns daarmee te injecteren zouden die "nutteloos" moeten worden, zegt Nithaya Chetty, professor aan de Universiteit van Witwatersrand. De hoorn wordt "in feite giftig voor menselijke consumptie".
Bovendien zou het radioactieve materiaal ervoor moeten zorgen dat de gesmokkelde hoornen bij douanes worden ontdekt door nucleaire detectiesystemen. Die zijn aanwezig in duizenden havens en vliegvelden in de wereld om nucleair terrorisme tegen te gaan.
De wetenschappers zijn nu begonnen met een test met twintig neushoorns die geïnjecteerd worden met het radioactieve materiaal. Volgens onderzoeker James Larkin hebben de dieren daar niets van gemerkt en is de dosis zo laag dat die geen gevaar vormt voor dier en milieu, maar hoog genoeg om gedetecteerd te worden. Het radioactieve materiaal werkt ongeveer vijf jaar, daarna moet het dier een nieuwe dosis krijgen.