De opwarming van de aarde gaat minder snel dan tot nu toe werd gedacht. Dat komt doordat het Antarctisch smeltwater een remmend effect heeft. Dat beweren klimaatonderzoekers van de universiteiten van Princeton en Arizona althans in vakblad . In de Zuidelijke IJszee zou door het smelten van het poolijs een koude bovenlaag ontstaan, die ervoor zorgt dat de aarde minder snel opwarmt. De warmte die diep in de oceaan ligt opgeslagen kan zo minder snel aan de oppervlakte komen, is de redenering. Volgens de onderzoekers wordt de kritische temperatuurstijging van anderhalve graad daardoor niet zoals geraamd in 2037 bereikt maar pas in 2050. Michiel van den Broeke, hoogleraar polaire meteorologie aan de Universiteit Utrecht, noemt de conclusie echter voorbarig. In de Volkskrant zegt hij dat er ten eerste slechts wordt uitgegaan van één klimaatmodel en dat het effect ten tweede veel sterker is op het zuidelijk dan op het noordelijk halfrond. "Het signaal voor het noordelijk halfrond is veel zwakker. Dit effect gaat, bij wijze van spreken, weinig veranderen aan de bosbranden in Californië," klinkt het kritisch.