Deze week kwamen schokkende naar buiten van het grootste slachthuis van België. De varkens werden op gruwelijke wijze mishandeld. Ook in Nederland werd vol afschuw gereageerd op de undercover-video van Animal Rights. En tóch kijken we reikhalzend uit naar de eerste barbecue van het jaar. Hoe kan dat? Kort gezegd: we zijn hypocriete zelfingenomen kuddedieren. Wetenschapper en moraalfilosoof Stijn Bruers legt het in iets subtieler uit: "We maken de vreemdste gedachtekronkels om onze vleesconsumptie goed te praten. Het is een soort selectieve blindheid. Er is al veel psychologisch onderzoek gedaan naar hoe wij collectief dingen kunnen doen die botsen met onze normen en waarden, en met
vlees is dat ook het geval. Als je iemand op straat vraagt hoe belangrijk dierenrechten zijn, dan antwoorden mensen bijna altijd een acht, negen of tien op een schaal van tien. Daarom dat beelden uit een slachterij ons ook zo aangrijpen. Maar we blijven intussen wel vlees
eten." Ook eten we vlees, omdat andere mensen dat ook doen. Bruers: "Als je familie, vrienden, leraars, bekende chef-koks en noem maar op het allemaal oké vinden om vlees te eten, dan zal je er zelf ook veel minder problemen mee hebben." Verder speelt ons superioriteitsgevoel een rol. "We beschouwen onszelf als meerderwaardig en willen zo ons gedrag rechtvaardigen. In een andere vorm gebeurde dat jaren geleden met slavernij: door je superieur te voelen aan een bepaalde groep, geef je jezelf het recht om die te behandelen zoals jij dat wil. Terwijl varkens bijvoorbeeld de intelligentie hebben van een peuter van 3 jaar, wat best indrukwekkend is." Tenslotte doen we net alsof we vlees nodig hebben. "Maar proteïnen die je lichaam nodig heeft kan je net zo goed uit pakweg bonen of linzen halen," reageert Bruers. "Vlees eten is puur een cultureel fenomeen. Dat verklaart ook waarom wij wel varken eten en onze neus ophalen voor hond, terwijl dat in andere culturen andersom is. We eten wat de cultuur ons als norm aangeeft."