Onder een striemend fluitconcert is de Italiaanse premier
Silvio Berlusconi aangekomen op het presidentieel paleis, waar hij zijn ontslag indiende. Daarmee eindigt een tijdperk van 17 jaar dat gekenmerkt werd door de hardnekkige geur van controverse. De positie van premier Silvio Berlusconi raakte deze week onhoudbaar, toen hij bij een vertrouwensstemming niet langer een parlementaire meerderheid vond. Tegelijkertijd namen de markten, hypernerveus dat de eurocrisis zal overwaaien naar de derde economie van de eurozone, Italië in de tang. De torenhoge staatsschuld van 120 procent van het bbp, de stilstand van de economie, de fiscale inefficiëntie en de hardnekkige bureaucratie in Italië baren grote zorgen. Berlusconi, tandenloos door een barrage aan schandalen, straalt bovendien niet het imago uit van een man die nog weet hoe dat immobilisme aan te pakken. Italië wil niet alleen bezuinigen, maar ook de btw verhogen, staatseigendommen verkopen, de pensioenleeftijd verhogen, belastingontduiking aanpakken en nieuwe belastingen invoeren. Rome wil zo de economie stimuleren en de enorme staatsschuld onder controle brengen. Het pakket is onder druk van de Europese Unie tot stand gekomen.