De beslissing om Geert Wilders niet tot Groot-Brittannië toe te laten, betekent dat dit land nog verder afdwaalt van zijn traditie van vrije meningsuiting, schrijft Philip Johnston in een fel commentaar op de site van The DailyTelegraph. Ook andere Britse kranten oordelen negatief over de beslissing om Wilders niet toe te laten. Volgens Johnston staat het besluit in schril contrast met de manier waarop twintig jaar geleden Salmon Rushdie werd verdedigd nadat ayatollah Khomeini een fatwa tegen hem had afgekondigd. De Britse regering zwichtte toen niet voor felle protesten. Dat leek een overwinning voor de vrije meningsuiting, maar achteraf blijkt het een keerpunt in de geschiedenis. Sindsdien 'hebben we een vlucht gezien in laffe capitulatie'. Het is veelzeggend dat de beslissing nog niet eens ter discussie heeft gestaan in het parlement, meent Johnston. Als Wilders had opgeroepen tot geweld, was het besluit van de Britse regering te begrijpen geweest, maar dit is niet het geval. De kans dat er protesten van islamitische organisaties zouden komen, lijkt de reden om Wilders de toegang te ontzeggen. Zijn recht om zijn mening te verkondigen is dus beknot uit angst voor intimidatie - precies het tegenovergestelde van wat er gebeurde met Rushdie. Het lijkt erop dat we zijn vergeten wat het recht van vrije meningsuiting inhoudt, hoe hard ervoor is gevochten en hoe belangrijk het is om het te verdedigen. The Independent vraagt zich af of het ministerie van binnenlandse zaken terecht heeft besloten Wilders de toegang te ontzeggen, om meteen het antwoord te geven: nee. Een vrije samenleving waarin we alleen dingen mogen zeggen die voor anderen niet aanstootgevend zijn, is de naam vrij niet waardig. De regering moet proberen een evenwicht te bewaren en hoe goed bedoeld dit besluit ook mag zijn, de enige die er voordeel bij hebben zijn de extremisten.
Bron(nen): The Daily Telegraph