Als je kinderen groter worden, breidt hun leven buiten het gezin zich uit en gaan leeftijdsgenoten een steeds belangrijker rol spelen. Dat begint op de basisschool en wordt alleen maar sterker in de middelbare schoolleeftijd: leeftijdsgenoten lijken soms zelfs meer invloed te hebben dan jij als ouder. Het hebben van vrienden is dan ook cruciaal voor het vormen van een eigen identiteit als jonge adolescent. Maar in hoeverre zijn die vriendschappen veranderd door technologische ontwikkelingen? In bepaalde opzichten hebben contacten via sociale media een streepje voor in vergelijking met gewone vriendschappen. Je kunt met elkaar in contact blijven ongeacht de afstand en ideeën, gevoelens en ervaringen delen op het moment dat ze ze zich voordoen. Bovendien bieden sociale media kinderen en jongeren de gelegenheid om te oefenen en te experimenteren met sociale en communicatieve vaardigheden. Er zijn zelfs aanwijzingen dat jongeren die meer tijd besteden aan sociale media, meer 'virtuele empathie' en zorg voor anderen tonen. Wat dat betreft heeft de technologie de betekenis en reikwijdte van vriendschappen op een positieve manier uitgebreid. Maar de technologische ontwikkelingen hebben ook de definitie en betekenis van vriendschap voor kinderen veranderd en dat heeft ook zijn nadelen. Irl is vriendschap een zelfstandig naamwoord en een persoon met een specifieke eigenschap ('een vriend'), online is het een werkwoord en een handeling ('vrienden en ontvrienden'). In een gewone vriendschap is sprake van wederkerigheid en verdieping van het contact, het vertrouwen en de openheid. Online zijn vrienden slechts een muisklik van je verwijderd en je kunt ze eenzijdig en op basis van weinig of geen gedeelde ervaringen of communicatie toevoegen of afvoeren. Ontvrienden via sociale media gebeurt ook vaker op een gemene manier, vanwege de afstand: je ziet het verdriet en de teleurstelling van de ander niet en dus hou je er ook minder rekening mee. Met oude vrienden deel je dingen privé, via sociale media doe je dat publiek. In het eerste geval gaat het meer om kwaliteit, in het tweede geval lijkt het vooral om kwantiteit te gaan. En misschien schuilt daarin wel het grootste 'gevaar': dat kinderen meer waarde gaan hechten aan kwantiteit dan aan kwaliteit. Maar het één hoeft het ander natuurlijk ook niet uit te sluiten.
Bron(nen): Psychology Today