Voor de verkiezingen sloot het CDA geen enkele partij uit, maar opeens is dat allemaal anders geworden. Syp Wynia vraagt zich in Elsevier af of de partij het geweten van Ruud Lubbers en Ernst Hirsch Ballin zal overleven. Ja, dat geweten kwam wel heel opeens opzetten. Nog in 2002 achtte het CDA de tijd rijp in zee te gaan met Pim Fortuyn, iemand die de islam een achterlijke godsdienst noemde. Een van de toenmalige bewindslieden heette Ernst Hirsch Ballin, mensen als Bert de Vries en Dries van Agt steunden deze coalitie van harte. Deze keus verging het CDA trouwens niet slecht - in 2003 en 2006 volgde verkiezingswinst en al die jaren stond J.P. Balkenende aan het roer. Inmiddels gaat het niet om regeringsdeelname van de PVV maar om gedoogsteun - van een partij die over de islam in soortgelijke termen denkt als de Lijst Pim Fortuyn. En worden door voormalige coalitiegenoten van Fortuyn het geweten, de grondrechten, het Wilhelmus en Martin Luther King erbij gehaald om hun onoverbrugbare bezwaren op te sommen.
Dat geweten is dus bij oproep beschikbaar; wat er volgens Wynia werkelijk aan de hand is, dat is een machtstrijd over de richting binnen het CDA. En die strijd wordt zo hard gevoerd dat de partij er weleens aan ten onder zou kunnen gaan.