Vier jaar geleden schaarde The Economist- een van de beste journalistieke publicaties ter wereld, maar zeker niet de meest progressieve - zich enthousiast achter
Barack Obama. Hij leek de wegbereider van verandering. Van minder politiek en meer beleid, van opbouwen in plaats van anderen afbreken, van de toekomst. Nu is het Britse - maar ook in de VS hooggewaardeerde - blad een stuk minder uitgesproken. Obama is als president tegengevallen. En hij is in deze campagne tegen gevallen. Hij opende al persoonlijke aanvallen op Mitt Romey voor deze ook maar kandidaat was om president te worden. En zo ging de campagne door. Obama maakt niet zijn eigen verdiensten tot inzet van zijn herverkiezing, maar de vermeende zwakheid van zijn tegenstander. Maar helaas, schrijft The Economist, is die tegenstander ook zwak. Voor zover zijn plannen voldoende zijn omschreven om te kunnen beoordelen rammelen ze. Maar erger is dat Romney geen visie lijkt te hebben. Behalve de visie dat hij president wil worden. En wat voor president hij zal zijn als hij wint is totaal onvoorspelbaar bij een kandidaat die zijn hele leven al een opportunist is gebleken. The Economist doet het dus met tegenzin, en omdat gekozen moet worden uit twee kwaden. In dat plan wordt verdere marktwerking op de huurmarkt nadrukkelijk gekoppeld aan de stapsgewijze afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, extra investeringen om woningtekorten op te heffen en een robuuste woontoeslag. Dit plan heeft groot draagvlak, maar het nieuwe kabinet heeft daar uiteindelijk niet voor gekozen. Van die twee kwaden is Obama de minst kwade en dus verdient hij de voorkeur. In de hoop dat hij al doende een betere president zal worden dan hij was in zijn eerste termijn.