Nilüfer Gündogan kreeg van de rechter op alle fronten gelijk in de zaak die ze tegen Volt aanspande. De nummer 2 van de lijst komt zo weer terug bij haar eigen partij. Experts zijn het echter niet eens met het vonnis.
Volgens Volt waren er dertien meldingen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag binnengekomen tegen Gündogan. Maar staatsrechtdeskundigen vinden dat de rechter bij politieke partijen veel terughoudender moet zijn. De Groningse hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga
spreekt in NRC van een ongewenst precedent dat de deur openzet om politieke geschillen in de rechtszaal uit te vechten. "Voer voor advocaten, maar gebaseerd op een uitspraak vanuit een eenzijdig, fout privaatrechtelijk perspectief.”
Bettie Drexhage, specialist staatsrecht, is het met Elzinga eens. Ze had "gelet op de scheiding der machten uiterste terughoudendheid” van de rechter verwacht. "Kan een fractielid straks ook naar de rechter als hem een woordvoerderschap is ontnomen?”
Tom Louwerse, hoofddocent politicologie aan de Universiteit Leiden, noemt het in NRC een staatsrechtelijk unicum. "Dat een rechter zich uitspreekt over arbeidsrechtelijke verhoudingen binnen een fractie kan ik me voorstellen. Maar wat als er een politiek-inhoudelijk conflict is? Dat zou heel vergaand en bezwaarlijk zijn.”
Elzinga: "Deze rechter loopt als een olifant door de porseleinkast en schept met haar uitspraak een heel venijnig precedent.”