Twee jaar geleden vertrok Diederik Samsom uit de politiek. De voormalig PvdA-leider had op dat moment weleens betere tijden gekend. Die betere tijden zijn gekomen. In een interview met Vrij Nederland vertelt hij over zijn nieuwe werkzaamheden en zijn kijk op de energietransitie. Of hij een terugkeer in de politiek overweegt? "Ja, misschien wel ja," zegt hij met een glimlach. Het valt de interviewer op hoe fris en vitaal Samsom eruit ziet. "Ik werk nu veertig uur in de week, dat is de helft van wat ik vroeger deed," reageert hij. De afgelopen twee jaar is hij weer de energie- en klimaatexpert geworden die hij altijd al is geweest. Hij ontwikkelt mede het duurzaamheidsbeleid van de Drechtsteden en Eindhoven en is adviseur bij afvalverwerker HVC. Ook is hij voorzitter van de zogenaamde ‘sectortafel Gebouwde Omgeving’. "Toen ik uit de politiek verdween liet ik het spreekwoordelijke stuur los en dacht bij mezelf: ik ben benieuwd waar ik eindig," vertelt de oud-partijleider. "Dat was dus meteen in de wereld van duurzaamheid en energie." Hij is hoopvol gestemd. "Wat de laatste maanden gebeurt is echt adembenemend. Het gaat spec-ta-cu-lair snel voorwaarts als het gaat om de energietransitie. En dat is nog helemaal niet lang zo. Tien jaar geleden zat ik nog in zak en as over de vraag: gaan we dit redden? Nu ben ik daar veel optimistischer over, zonder overigens het antwoord zeker te weten." Hij zou het niet vreemd vinden als er een vorm van rekeningrijden wordt ingevoerd. "Als benzine niet langer wordt gebruikt voor transport, en iedereen rijdt op waterstof of elektrisch, dan is het veel moeilijker om daar apart belasting over te heffen. Dat gaat toch om miljarden euro’s, dan moet je naar een alternatief zoeken. Een kilometerheffing zou tegen die tijd wel eens als beste uit de bus kunnen komen." Dat was wel anders toen hij zelf nog Kamerlid was en het onderwerp ook speelde. "Dat was in 2007. De invoering zou vijf miljard euro kosten. Toen hadden de tegenstanders echt een hele grote stok om ons te slaan. Wie ging dat daar nou aan uitgeven?" Nu is dat anders. "Nu zitten alle auto’s vol elektronica. We zouden het zo kunnen invoeren, zonder veel extra kosten." Ook over kernenergie is de voormalig milieu-activist gematigd positief. "In mijn Greenpeace-jaren was ik altijd vrij fanatiek tegen kernenergie. Maar dat veranderde. In 2009 vroeg ik me wanhopig af: gaan we het wel redden zonder? De zonnepanelen schoten voor geen meter op, windmolens waren veel te duur. We moesten naar andere opties kijken om een CO2-vrije energievoorziening te krijgen en of we het nou leuk vonden of niet, we konden niet om kernenergie heen. Ik vind net als Lubach dat je heel ontspannen over kernenergie moet kunnen discussiëren, dat je de voor- en nadelen op een rij moet kunnen zetten." "Maar er zijn twee dingen veranderd sinds 2009. Ten eerste is duurzame energie spectaculair goedkoper geworden en ten tweede is kernenergie juist steeds duurder aan het worden. Dat laatste komt onder andere door de ramp met de centrale in Fukushima. Sindsdien zijn de veiligheidseisen die door de politiek wereldwijd aan kerncentrales worden gesteld dramatisch verder opgeschroefd, en ik denk dat iedereen het daar mee eens is." Toch ziet hij een toekomst voor kernenergie. "Thoriumreactoren en kernfusie zullen door het oneindig innovatieve menselijke brein op den duur geschikt worden voor de opwekking van energie. Ergens in de tweede helft van deze eeuw wellicht. Thoriumreactoren zijn inherent veilig. Het zou een fantastische toevoeging zijn aan de welvaart van onze kleinkinderen kunnen zijn, een kers op de taart. Maar het komt als optie te laat om onze problemen van dit moment op te lossen." Hoe sterk de energiewereld veranderd is blijkt wel uit het gegeven dat Samsom ooit voor de bouw van drie nieuwe kolencentrales heeft gestemd. Een fout geeft hij toe. "Achteraf gezien zeker. Maar in de context van dat moment zagen we dat blijkbaar niet. Nederland dreigde haar concurrentiepositie te verliezen binnen Europa omdat producten gemaakt werden met energie uit gascentrales. De industrie lobbyde met succes voor goedkope energie, dat was kolen. Er kwam eerst een principebesluit, toen een structuurbesluit, en tot slot de vergunning. Dat was het moment dat ik mee kon praten. We hebben in die vergunning toen punten opgenomen waarvan ik dacht: dat is geregeld. Er zou geen CO2 de lucht in gaan, het zou worden afgevangen. Die centrales zouden er helemaal klaar voor zijn als de techniek beschikbaar was."
"Dat was achteraf gezien een kolossale blunder. Ik sprak onlangs met de directeur destijds van energiebedrijf RWE. Die man zei me ook: ‘What was I thinking?‘. Waarom heb ik toen niet gezien dat de wereld zo snel zou veranderen? Ze zitten daar nu ook met een strop. Dat zijn dus mensen die erboven op zitten, die zeggen dat ze lange termijn voorspellingen kunnen doen. Kijk naar Volkswagen, die zeiden dat elektrische auto’s een doodlopende weg waren. Zij zouden de diesels schoon maken. Nou, we hebben gezien wat daarvan is geworden. En nu gaan ze bij Volkswagen alsnog in twee jaar tijd vijftien miljard euro investeren in een elektrische lijn. Dat is geen investeringsplan meer, dat is paniek. Grote bedrijven kunnen er dus heel erg naast zitten, de consensus van de samenleving idem dito, daar moet je goed op letten en dat hebben we toen dus niet gedaan."