Volgens minister van buitenlandse zaken van de VS John Kerry kan Syrië een aanval door de VS nog afwenden. Dat kan als hij alle chemische wapens overdraagt aan de internationale gemeenschap. Tegelijkertijd zegt Kerry dat hij niet verwacht dat dit gaat gebeuren. Er is echter een precedent. Begin deze eeuw wilde de leider van Libië, Khadaffi, de relaties met het westen verbeteren, onder meer om zo onder de sancties uit te komen. In 2004 sloot Libië aan bij de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). Libië stemde ermee in om zijn voorraden chemische wapens te vernietigen. Pas in oktober 2010 begon het land daadwerkelijk met de vernietiging van de voorraad mosterdgas, maar in februari 2011 werd dit proces gestaakt door de opstand. Op dat moment was circa 55% van de voorraad vernietigd. De bereidheid van Khadaffi zijn chemische wapens op te geven leidde tot een verbetering van de betrekkingen. Iets soortgelijks zou nu nog helpen, al zijn de omstandigheden anders dan toen: er woedt in Syrië een oorlog. Kerry zei daarnaast dat de enige die in Syrië controle hebben over de chemische wapens president Assad, zijn jongere broer Maher en een onbekende generaal zijn. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken is momenteel in Engeland om te praten over de situatie in Syrië. In de VS doet de regering van Obama er alles aan om bevolking en congres te overtuigen dat ingrijpen geboden is. Uit peilingen blijkt dat de overgrote meerderheid van de bevolking tegen ingrijpen gekant blijft.