De linkse populist Andrés Manuel López Obrador, die sinds kort president van Mexico is, lijkt zijn verkiezingsbeloften waar te maken. "Ik beloof dat ik niet zal liegen, stelen of het volk zal bedriegen", klonk het destijds. "Vanaf nu behoor ik mezelf niet meer toe, maar jullie, het Mexicaanse volk." Op zijn eerste werkdag maakte AMLO, zoals hij door de Mexicanen wordt genoemd, bekend dat hij het presidentiële vliegtuig gaat verkopen. Ook opende hij de deuren van zijn ambtswoning voor het publiek. Journalisten konden ondertussen een kijkje nemen in het 200 miljoen euro kostende privévliegtuig. Zelf boekt de president voortaan een economy class-ticket op een lijnvlucht. Ook zestig andere vliegtuigen en zeventig helikopters gaan in de verkoop. "We laten zo zien dat de overheid van soberheid een prioriteit maakt", zei een woordvoerder. De oud-burgemeester van Mexico-Stad heeft nog meer plannen. Zo ontvangen oud-presidenten voortaan geen pensioen meer en moeten topfunctionarissen loon inleveren. Zijn ambtswoning wordt een cultureel centrum. Zijn eigen salaris halveert hij tot ongeveer 5.000 euro per maand en dat wordt tevens de norm voor de overige bewindslieden en mensen in overheidsdienst. De nieuwe president wilde zijn loon nog verder verlagen, maar dan zouden enkele leden van het kabinet, die uit het bedrijfsleven komen, er te veel op achteruit gaan. Een meer omstreden voorstel is om het leger structureel in te gaan zetten tegen de drugskartels van het land, maar daarvoor is een grondwetswijziging nodig.