In het noordwesten van
Irak hebben Koerdische troepen een doorgang gemaakt waardoor meer dan 10.000 yezidi’s konden worden gered uit het Sinjar-gebergte. Naar schatting 40.000 yezidi's waren . Daar werden ze omsingeld door IS-strijders, waardoor veel mensen - vooral kinderen en ouderen - omkwamen van de honger, dorst en de hitte. Dankzij Amerikaanse luchtaanvallen op IS-doelen konden Koerdische militairen de omsingeling doorbreken en een doorgang maken voor de yezidi’s. Zo zijn ze de grens over naar Syrië gevlucht, waar ook veel Koerden wonen. Vanuit Syrië worden ze weer teruggeleid naar het noorden van Irak, naar de Koerdische autonome regio. De voorbije uren zouden meer dan 10.000 yezidi’s via deze weg hebben kunnen vluchten. Volgens de gouverneur verlopen de reddingswerkzaamheden goed, maar is meer hulp nodig om de evacuatie van de yezidi’s uit de bergen te versnellen. Het Amerikaanse en het Britse leger hebben ook pakketten met water en voedsel gedropt voor de vluchtelingen die nog vast zitten op de bergtop.