In de 18e eeuw verdiende Nederland een belangrijk deel van zijn geld rechtstreeks aan slaven en indirect aan de producten van slaven. Dat blijkt uit een vijf jaar durend onderzoeksproject, de eerste keer dat geprobeerd is in kaart te brengen hoe belangrijk slaven en slavenhandel waren voor de Nederlandse welvaart. En die handel bleek in de 18e eeuw heel belangrijk. Historicus Pepijn Brandon, eerste auteur van het artikel dat woensdag verscheen in het , noemt de omvang van de slaveneconomie 'aanzienlijk, en zeker niet marginaal'. Er is lang gedaan alsof de slavernij nauwelijks van belang was voor de Nederlandse economie. Dat kun je met deze cijfers niet meer volhouden. "De op slavernij gebaseerde handel en bedrijvigheid was de kurk waarop de Nederlandse economie dreef in een periode waarin er in andere sectoren sprake was van stagnatie en achteruitgang. Veertig procent van de economische groei in de vier decennia tussen 1739 en 1779 hield verband met de slavernij.”