Een voormalige volksvertegenwoordiger is in de periode tussen 2005 en 2007 onderwerp geweest van een uitgebreid onderzoek van inlichtingendienst AIVD. Daarbij is zijn telefoonnummer afgetapt, onthult De Telegraaf. De AIVD bracht de politicus, wiens naam niet is bekend gemaakt, niet op de hoogte van het onderzoek, hoewel dit volgens de wet wel moet. Vijf jaar na het inzetten van bijzondere opsporingsmiddelen als observatie en afluisteren hoort de geheime dienst per aangetekende post een melding te versturen aan degenen die onderwerp zijn geweest van onderzoek. Toezichthouder CTIVD constateert dat dit niet is gebeurd in de zaak van de politicus. De inlichtingendienst AIVD stelt mensen in het algemeen overigens wél,,naar behoren'' op de hoogte van het feit dat ze zijn afgeluisterd. Dat stelt de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) woensdag. De AIVD heeft de verplichting mensen achteraf te informeren als de dienst met een speciale bevoegdheid hun telefoon heeft afgetapt of hun huis is binnengedrongen. 5 jaar na beëindiging moet de AIVD onderzoeken of de betreffende persoon hiervan op de hoogte is. Verder komt uit het onderzoek naar voren dat het aantal personen dat niet kan worden getraceerd, drastisch is afgenomen. Sinds begin dit jaar heeft de AIVD 13 personen op de hoogte gesteld.