De rechtbank in Den Bosch heeft de 37-jarige Hicham R. uit Eindhoven veroordeeld tot veertien jaar cel voor ontvoering, marteling en de handel in wapens en harddrugs. Volgens de rechtbank is bewezen dat R. een ontvoerde man twee vingertoppen heeft afgeknipt en met een hamer op diens voeten heeft geslagen. "Schokkend", zo noemt de rechter de "laconieke, mensonterende en sadistische" manier waarop het slachtoffer is gemarteld.
R. kwam in het vizier van politie en justitie tijdens een nachtelijke controle van een busje waarin hij reed, in april 2021. Er gold toen een avondklok om de coronamaatregelen. De politie stuitte op een doorgeladen vuurwapen en doorzocht vervolgens ook het appartement van de man. In de parkeerkelder vond de politie in een drietal auto's een drugs- en wapenopslag, met daarin onder meer handgranaten. In het vervolgonderzoek werd duidelijk dat R. zich met de handel in wapens en drugs bezighield. Dat onderzoek concentreerde zich op een grote hoeveelheid versleutelde communicatie.
Ook de ontvoering en daaropvolgende marteling kwamen in die cryptoberichten aan het licht. Het slachtoffer werd ervan beticht dat hij drugs uit de opslag van R. had gestolen. De man werd in juni 2020 vanuit België naar Nederland gelokt en vervolgens ontvoerd. De marteling vond plaats in een garage in Eindhoven, waar het slachtoffer werd vastgebonden en geblinddoekt. De politie concludeerde op basis van onderzoek dat de verkeerde persoon te pakken is genomen. R. heeft ontkend.
"Met name zijn afgeknipte vingertoppen zullen hem dagelijks blijven herinneren aan de vernederende, pijnlijke en angstige gebeurtenissen die hij heeft moeten ondergaan", noteert de rechtbank in het vonnis. Het slachtoffer heeft er niet veel over willen verklaren en zich niet als zogeheten benadeelde partij willen voegen in het strafproces tegen R. "Hieruit leidt de rechtbank af dat slachtoffer kennelijk uit angst niet meer geconfronteerd wil worden met hetgeen hem is overkomen."
De opgelegde straf is twee jaar minder dan door het Openbaar Ministerie geëist. De rechtbank woog in het voordeel van R. mee dat hij niet eerder tot een lange straf is veroordeeld.