De najaarsgolf van het coronavirus lijkt snel uit te doven. Het aantal besmettingen daalt verder en verder, mogelijk naar het laagste niveau sinds mei, bijna zes maanden geleden.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) meldt dinsdag hoeveel positieve coronatests in de afgelopen week precies zijn geregistreerd. Dat gebeurt nu voor de 123e keer sinds het begin van de coronacrisis. Vorige week meldde het instituut dat het in zeven dagen tijd 12.311 bevestigde besmettingen had genoteerd. Dat was 30 procent minder dan de week ervoor. De meest recente cijfers zijn van vrijdag, en toen was het weektotaal al gedaald tot onder de 10.000, een afname van zo'n 34 procent.
De daling komt volgens het RIVM doordat veel mensen nog beschermd zijn tegen het coronavirus, door de herhaalprikken of doordat ze onlangs besmet zijn geweest en nog antistoffen daarvan hebben. Ook het aantal ziekenhuisopnames daalt steeds verder.
De overheid gebruikt sinds september een 'thermometer' om de corona-epidemie in de gaten te houden, als opvolger van de risiconiveaus. Die thermometer telt vier standen: laag, verhoogd, hoog en zeer hoog. Op 11 oktober, vier weken geleden, ging het alarmniveau voor het eerst een stapje omhoog, van laag naar verhoogd. Dat gebeurde omdat het aantal besmettingen toen snel opliep en omdat kwetsbare groepen extra risico liepen. Momenteel staat de thermometer nog steeds op dat niveau.