ROERMOND (ANP) - Meerdere bedrijven van industrieterrein Chemelot in Geleen stonden donderdag in de rechtbank tegenover het waterschap Limburg. De bedrijven vinden de vergunning die het waterschap afgaf voor het lozen van vervuilend afvalwater in een zijtak van de Maas te streng.
Chemelot is een chemisch industrieterrein, waar onder meer kunstmest en andere kunststoffen worden geproduceerd. Daarbij komen afvalstoffen vrij. Het afvalwater wordt gezuiverd op het terrein zelf, waarna het wordt geloosd in de Ur, een zijtak van de Maas. Het water in de Maas dient als drinkwater voor 7 miljoen mensen in het gebied. Drinkwaterbedrijven zuiveren het rivierwater zodat het geschikt is om te drinken.
De vergunning van het waterschap voor het lozen van afvalstoffen door Chemelot stamt uit 2020 en is volgens zowel het waterschap als het industrieterrein uniek, onder meer omdat er zoveel details in staan. Zo staat elke stof die mag worden geloosd apart genoemd, terwijl volgens het waterschap in andere vergunningen alleen stofgroepen staan.
Hoewel Chemelot meewerkte aan de vergunning en zelf de ambitie heeft om in 2050 volledig duurzaam te produceren, vinden bedrijven op het terrein delen van de tekst te streng. Zo wil het waterschap dat twee nieuwe fabrieken vanaf 2026 zorgen dat er geen chemicaliën meer vrijkomen uit koelinstallaties. Bestaande fabrieken moeten bovendien onderzoek doen naar het compleet uitbannen van het gebruik van chemie bij het koelen. De bedrijven op Chemelot zeggen dat die eisen technisch niet haalbaar zijn. Zij willen dat de deadline van 2026 uit de voorschriften wordt gehaald. De rechtbank probeerde de partijen donderdag te bewegen om over deze en de andere punten die voorlagen onderling afspraken te maken, maar dat lukt niet. Een uitspraak volgt eind april.