Alles moet in orde zijn voor een
vliegtuig de lucht in gaat. Logisch, ook al is de kans klein dat er iets misgaat als er bijvoorbeeld een lichtkap over een exit-bordje ontbreekt, de gevolgen zijn immens. Stewardess Sarah Steegar vertelt op over zogenaamde 'no-go items': als die niet goed zijn, dan wordt er niet gevlogen. De vloer moet overal helemaal droog zijn, omdat het bij een noodlanding op
water mogelijk moet zijn om de uitgangen te controleren op het binnensijpelen van water. Zo kan de crew bepalen of het toestel vol zal lopen met water als ze een bepaalde nooduitgang openen. In de rugleuning van elke stoel in het vliegtuig moet een kaart met instructies zitten voor een noodlanding, anders blijft het vliegtuig aan de grond. Ook het juiste aantal demonstratievoorwerpen moet aanwezig zijn, bijvoorbeeld twee sets en niet slechts één. In sommige lampjes zit kwik. Als die kapot gaan moeten ze nog voor vertrek vervangen worden. Vaak maken passagiers de lampjes zelf kapot door te hardhandig hun handbagage in de vakken te proppen. Als er geen asbak in het vliegtuigtoilet zit, zal het toestel niet vertrekken. Want ook al is roken verboden, regelmatig is er een passagier die stiekem een sigaret opsteekt in het toilethokje en het laatste wat je wil is een smeulende peuk in de vuilnisbak met papieren doekjes.