De grote Nederlandse steden - vooral Amsterdam en Utrecht - slagen er steeds beter in de auto te weren uit de binnenstad. Maar die ontspannen middagwandeling door het nieuwe voetgangersgebied van je stad lijkt misschien idyllisch, maar al het lawaai en de vervuiling kunnen zich simpelweg naar de volgende straat hebben verplaatst.
Dat is de conclusie van de Europese Rekenkamer over de vraag of de EU stedelijke gebieden en hun inwoners effectief beschermt tegen luchtvervuiling en geluidshinder.
De Europese Rekenkamer controleerde zones met lage emissies en beperkte toegang voor auto's in Athene, Barcelona en Krakau en ontdekte dat deze zones weliswaar profiteerden van lagere emissies en minder lawaai, maar dat de omliggende gebieden een meer lawaai en stank kregen.
In sommige gevallen nemen de geluidsniveaus zelfs toe binnen verkeersvrije zones.
Toch identificeerde de ECA motorverkeer als de belangrijkste bron van stadslawaai en merkte op dat lawaai nog steeds “vaak over het hoofd wordt gezien” als een vorm van stadsvervuiling. Langdurige blootstelling aan omgevingslawaai wordt in verband gebracht met hart- en vaatziekten, chronische stress en andere gezondheidsproblemen.
De Green Deal beoogde een vermindering van het aantal EU-burgers dat chronisch wordt blootgesteld aan lawaai tegen 2030, maar de Europese Rekenkamer vond het “vrijwel onmogelijk” om de algehele vooruitgang in de EU te beoordelen, omdat de meeste lidstaten hiaten en vertragingen vertoonden bij het monitoren van gegevens.
De ECA zei dat het aantal aan lawaai blootgestelde burgers tegen die tijd met 19% zou kunnen dalen - hoewel het ook met 3% zou kunnen stijgen.