De wiskundige geheimen van de Matthäus-Passion

Morgen is het Goede Vrijdag en dat betekent dat het weer tijd is voor de Matthäus-Passion. Wie ermee opgroeide weet het: De Matthäus-Passion vertelt het lijdensverhaal van Jezus Christus. In Nederland zijn er morgen ongeveer 180 uitvoeringen te zien, van meezingversies tot mega-uitvoeringen, kinderversies en ingekorte versies. De liefhebber luistert niet naar de Matthäus-Passion, maar die, het liefste in een mooie kerk. De Matthäus-Passion, gecomponeerd door Johnn Sebastian Bach in 1727 (en tot aan 1736 door hem steeds aangepast), duurt lang, per dirigent variërend van 137 tot 201 minuten, en is een intense ervaring. Om het stuk uit te voeren zijn er verschillende orkesten nodig en meerdere zangkoren. Het verhaal wordt verteld door de evangelist. Daarnaast hebben Jezus, Petrus, Judas en Pilatus een belangrijke rol. Het bekendste deel is . Maar de Matthäus-Passion is meer dan dat. Het zette de wiskundige geheimen die in het stuk verstopt zitten voor ons op een rij. Bach zou er namelijk allerlei cijfers in hebben verwerkt. Het getal 14 bijvoorbeeld, wat naar 'Bach' zou verwijzen (de getalswaarden van de letters, dus 2+1+3+8), komt steeds terug. Zo wordt er 14 keer in de tekst naar het hart verwezen en zijn er 14 liederen te horen. Ook zou zowel de geboortedatum van Bach te ontdekken zijn, evenals zijn sterfdatum. Maar het houdt nog niet op: De Matthäus-Passion bestaat uit 27 passages waarin het evangelie wordt gezongen en 27 andere stukken. Voor Bach stond 27 voor de heilige drie-eenheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, want 3x3x3=27. En de 27 stukken tekst die afkomstig zijn uit het evangelie bestaan uit 729 maten, wat het kwadraat is van 27. Ook op televisie zien we het verhaal van Jezus. Vanavond om 20.25 schittert Jim de Groot als Jezus in het paasspektakel The Passion (KRO en EO) op NPO1. The Passion trok vorig jaar 3,2 miljoen kijkers.

Bron(nen): AD