Basis- en middelbare scholen moeten talentvolle leerlingen veel meer uitdagen om op een hoger niveau te presteren. Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) betoogt dat in een opiniestuk in de Volkskrant maandag en in een brief aan de
Tweede Kamer.
Dekker signaleert dat Nederland weliswaar 'wereldkampioen' is als het gaat om prestaties van moeilijk lerende kinderen,. ,,Maar onze hoogvliegers doen het beduidend minder goed dan hun leeftijdsgenoten in de landen om ons heen. Nergens ter wereld is het verschil tussen hoog- en laagpresterende leerlingen zo klein zijn als in Nederland'', aldus Dekker.
De VVD-staatssecretaris is geschrokken van gesprekken met uitblinkers, die hem vertelden dat ze hun opleiding op hun sloffen hadden doorlopen en nooit echt waren uitgedaagd. Dekker pleit daarom voor een mentaliteitsverandering in het
onderwijs. Hij roept de onderwijswereld, ouders, leerlingen en het bedrijfsleven op met ideeën te komen.
Zelf oppert hij er alvast een paar, zoals een cum laude voor leerlingen in het voortgezet onderwijs met minimaal een 8 op hun cijferlijst. Of beurzen van het bedrijfsleven voor leerlingen die uitzonderlijk presteren, vergelijkbaar met de Amerikaanse 'scholarships'.
Dekker stelt dat het niveau en tempo van onderwijs op dit moment afhangen van het zwakste vak van de leerling. ,,Maar waarom zou een vmbo’er met bètatalent niet natuurkunde op havo-niveau kunnen doen? En waarom bieden we klasjes met bollebozen niet de mogelijkheid om het vwo in 5 in plaats van 6 jaar te doorlopen?''
Wat Dekker betreft moet het Nederlandse onderwijs ,,weg van de benadering van onderwijs als industrieel proces, waarbij de gemiddelde leerling de norm bepaalt en iedereen hetzelfde programma doorloopt. In plaats daarvan moeten we uitgaan van de individuele behoeften en capaciteiten van kinderen en in de klas meer recht doen aan de verschillen tussen leerlingen''.