Het is oersaai, ietwat stompzinnig en af en toe hemeltergend, maar tegelijkertijd onmisbaar: bureaucratie. En het is precies dat, waar het arme landen aan ontbreekt. Ongeveer vier miljard mensen op aarde leven zonder adres en dat is een groot probleem. Hoe ingewikkeld de wereld is zonder bureaucratie kunnen wij ons in het Westen nauwelijks meer voorstellen, schrijft Maite Vermeulen in . Maar probeer het je eens in te denken: een leven zonder adres, zonder Gemeentelijke Basisadministratie, Kadaster of eigendomscertificaten. Je kunt geen bankrekening openen, geen bouwvergunning aanvragen, je niet registeren om te stemmen en vooral: niet aantonen wat je bezit. Of waar ben je zonder degelijke belastingdienst? De overheid loopt miljarden dollars mis aan potentiële inkomsten. Er is dan geen
geld voor ziekenhuizen, scholen of infrastructuur. In Nederland hebben we 1,7 belastinginspecteurs per 1.000 inwoners. In Sub-Sahara Afrika zijn dat er 0,037 per 1.000 inwoners. Een paar maanden terug publiceerden onderzoekers van de Wereldbank nog een met de eerste resultaten van een in Benin: in één gebied werd de grond van boeren officieel geregistreerd in een kadaster, in een ander gebied niet. Wat blijkt? De boeren die hun grond ook op papier bezitten, gaan meer investeren. Ze planten bijvoorbeeld vaker bomen die levenslang inkomen opleveren, zoals oliepalmen. En omdat ze niet meer bang hoeven te zijn dat hun grond wordt ingepikt, besteden ze ook minder tijd aan het bewaken van hun terrein. Zo houden ze meer tijd over voor andere dingen, zoals geld verdienen. Het nut van bureaucratie dringt langzaam tot ontwikkelingsorganisaties door. De ene na de andere richt zich naast voedsel, schoolboeken en malarianetten nu ook op het doneren van papierwerk, Excelsheets en boekhoudcursussen. 'Capacity building' noemen ze dat. Het lastige is dat 'capacity building' bepaald niet spannend klinkt. Donateurs werven gaat een stuk beter met foto's van zielige kindjes dan met plaatjes van kantoorklerken onder een tl-buis.