Ook of misschien wel júíst op vakantie is een irritatie nooit ver weg. Je hebt immers ver gereisd en veel geld betaald, dan moet het ook goed zijn. En dat is het natuurlijk niet altijd. Sommige mensen ergeren zich eraan dat ze naar de andere kant van de wereld reizen en dan toch nog overal Nederlands om zich heen horen. Toch haalt dat niet het lijstje van grootste ergernissen, waar reisorganisatie TUI onderzoek naar deed.
Dit zijn wel de dingen waar de Nederlander zich het meest aan ergert:
- Asociale toeristen (58 procent)
- Handdoek neerleggen bij het zwembad (49 procent)
- Een smerige kamer (45 procent)
- Een slecht bed (38 procent)
- Andermans kinderen (19 procent)
- Eten dat niet lekker is (18 procent)
- Weinig ligbedden bij het zwembad of op het strand (17 procent)
- Klappen als het vliegtuig geland is (12 procent)
- Opdringerig personeel (11 procent)
- File of vertraging (10 procent)
- Het weer (5 procent)
Maar ondanks alle ergernissen gaan Nederlanders weer meer op vakantie dan ooit. De coronapandemie, waarin we allemaal tegen elkaar zeiden dat Nederland óók heel mooi is, heeft daar geen verandering in gebracht. Het aantal vluchten is weer op het niveau van voor de pandemie. Ook pakken we weer massaal de auto voor een toertje naar het mooie Zuid-Europa.