Een kakkerlak in de badkamer, een verregende fietstocht of dat museum dat gesloten bleek toen je er eindelijk arriveerde, een
vakantie is niet alleen maar leuk. Toch dénk je van wel. Dat komt door een fijn mechanisme in je hersenen. "Als je veel
geld aan een vakantie hebt uitgegeven en er veel moeite in hebt gestopt, dan kun je het maar beter leuk vinden", zegt hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder tegen RTL Nieuws. "Een van de mogelijke verklaringen hiervoor is gebaseerd op de cognitieve dissonantietheorie. Die theorie houdt in dat je een gedachtegang zoekt die jou beter past: je hebt veel geld uitgegeven, dus dan komt het je goed uit om je vakantie ook echt leuk te vinden." Daarnaast speelt
ouder worden een rol. "De zorgt er ook voor dat je dingen leuker vindt dan ze misschien zijn. Verbindingen in de hersenen worden sterker, en die remmen op de gebieden die negativiteit in zich dragen", zegt Scherder. "Als je ouder wordt, wil je brein ervoor zorgen dat je op een goede manier afscheid kunt nemen. Op die manier denk je, als je bejaard bent, dat het uiteindelijk allemaal best leuk was, ondanks alle tegenslagen."