Een grote minderheid in Nederland gelooft in complottheorieën, maar in vergelijking met andere landen in Europa valt het nog best wel mee.
Een complottheorie wordt wetenschappelijk gezien gedefinieerd als een poging om de oorzaak van een belangrijke sociale of politieke gebeurtenis of situatie te verklaren vanuit geheime samenzweringen door twee of meer machtige actoren.
Voor het European Social Survey (ESS)
legden onderzoekers recent drie stellingen voor aan inwoners van verschillende Europese landen om te kijken hoe wijdverbreid het complotdenken is in Europa. Een aanzienlijke groep Nederlanders blijkt het eens te zijn met de stellingen, maar dat is vergeleken met andere Europese landen nog een relatief laag percentage.
21 procent van de Nederlanders is het eens (of helemaal eens) met de stelling: 'een kleine geheime groep mensen neemt alle belangrijke beslissingen in de wereldpolitiek'.
17 procent van de Nederlanders is het eens (of helemaal eens) met de stelling: 'groepen wetenschappers verdraaien, verzinnen of verzwijgen bewijsmateriaal om de bevolking te misleiden'.
10 procent van de Nederlanders is het eens (of helemaal eens) met de stelling: 'het coronavirus is het resultaat van bewuste en heimelijke acties van een bepaalde overheid of organisatie'.
Van de landen waarvan de enquêtedata al verwerkt zijn door het ESS zijn er vooral in Griekenland (29%), Slovenië (42%), Kroatië (43%), Bulgarije (51%) en Noord-Macedonië (52%) veel complotdenkers.