DEN HAAG (ANP) - Bijna een op de zes jonge Oekraïense vluchtelingen in Nederland gaat niet naar school en heeft ook geen werk. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gaat het om 17 procent van de vluchtelingen tussen de 4 en 23 jaar. Onder de groep 18- tot en met 22-jarigen heeft zelfs ongeveer een derde geen baan of studie. Dat concludeert het statistiekbureau met cijfers die zijn geteld in oktober van vorig jaar.
De meerderheid van de jonge Oekraïners in Nederland zit overigens wel op school of een opleiding: zo'n 65 procent. Een kleine groep jonge kinderen uit het Oost-Europese land gaat in Nederland niet naar de basisschool: tussen de 5 en 7 procent, afhankelijk van hun leeftijd. De meeste 15- en 16-jarigen gaan naar een middelbare school. Vanaf 17 jaar gaan steeds minder Oekraïense vluchtelingen naar school en zijn ze vaker aan het werk in loondienst.
Sinds het begin van de oorlog in 2022 zijn veel Oekraïners hun land ontvlucht. Begin oktober waren er bijna 98.000 Oekraïense vluchtelingen in Nederland. Daarvan waren er bijna 30.000 jonger dan 23 jaar. Deze groep woont verspreid over het land. In de Limburgse gemeente Beek en de gemeente Pekela in Groningen wonen naar verhouding de meeste Oekraïense jongeren. Beide gemeenten hebben een grote opvanglocatie voor Oekraïense vluchtelingen. Daarna volgen onder meer Gennep in Noord-Limburg, Blaricum in het Gooi en Renswoude in de provincie Utrecht.