Alfred Chestnut, Ransom Watkins en Andrew Stewart zijn gisteren vrijgelaten. De drie Amerikanen zaten 36 jaar onschuldig vast voor een moord die ze niet hadden gepleegd.
Het drietal werd op Thanksgiving in 1983 gearresteerd voor de moord op de veertienjarige Dewitt Duckett. Tieners waren ze nog destijds. Ze werden op hun middelbare school opgepakt. Het bleek een gerechtelijke dwaling, zoals er zovelen zijn in de VS: in politierapporten uit 1983 noemden meerdere getuigen een achttienjarige scholier als dader.
en student zei bijvoorbeeld dat ze hem van het toneel van de school hadden zien vluchten en dat hij zijn pistool dumpte toen de politie arriveerde op de Harlem Park Junior High School. Maar de politie en de rechter richtten zich destijds enkel op de drie tieners.
Dat de zaak weer aan het rollen ging, komt doordat Chestnut contact opnam met de Baltimore Conviction Integrity Unit (CIU), die samenwerkte met het Mid-Atlantic Innocence Project en de Universiteit van Baltimore. De advocaat van het trio, Marilyn Mosby, bracht nieuwe getuigen naar voren die hun onschuld bewezen.
''Ik moet me verontschuldigen'', zei rechter Charles Peters van het Circuit Court volgens de Baltimore Sun. "Dat doe ik namens het strafrechtssysteem, maar ik ben er zeker van dat dit voor u zeer weinig betekent, heren.''
Shawn Armbrust, directeur van het Mid-Atlantic Innocence Project zegt over de rechtszaak: "Iedereen die bij deze zaak betrokken was, is destijds in hun oordeel gehinderd door tunnelvisie en er zijn overduidelijk problemen met het bewijsmateriaal geweest. Schoolambtenaren, politie, officieren van justitie, juryleden, de media en de gemeenschap hebben daar een rol in gehad.''