Voor de mensen die geen tijd (of zin) hebben om veel te
sporten kwam er onlangs goed nieuws voorbij. Uit een studie van de universiteit van Utah blijkt dat elke vorm van intensieve
beweging, ongeacht de duur, helpt in de strijd tegen
overgewicht. Zelfs een korte, maar zeer intense, vorm van beweging zou helpen. In de strijd tegen gewichtstoename blijkt ‘de intensiteit van het bewegen veel belangrijker te zijn dan de duur ervan’, aldus Jessie Fan. Jessie is een professor van de universiteit in Utah, die meewerkte aan het onderzoek. Het onderzoek toonde aan dat een aantal korte intensieve energie uitbarstingen hetzelfde effect hebben als langere, maar minder intensieve inspanningen. Het wordt volwassenen aangeraden om minstens 2,5 uur per week te bewegen, maar slechts weinig mensen houden zich hier daadwerkelijk aan. Uit dit onderzoek blijkt dat die hoeveelheid beweging ook op andere, snellere manieren bereikt kan worden. Neem bijvoorbeeld eens de trap in plaats van de roltrap, parkeer de auto net iets verder weg of trek toch nog even dat sprintje om de trein te halen. Aan het onderzoek deden 2.200 vrouwen en 2.300 mannen mee tussen de 18 en 64 jaar. Elke minuut aan intensieve inspanning die de deelnemers toevoegde aan hun wekelijkse bewegingspatroon, zorgde voor een daling van hun BMI met 0,07. Bij vrouwen die door de dag heen zo af en toe zich één minuut extra intensief inspannen zou de kans op overgewicht met 5% slinken. Bij mannen zou dit percentage met 2% dalen.