Het noordoosten van Nigeria gaat nog altijd gebukt onder het juk van Boko Haram, maar de mensen, de politici, ze lijken het allemaal vergeten. "Dat gebrek aan aandacht schokt me," vertelt Arjan Hehekamp, adjunct-directeur van Stichting Vluchteling in het AD.
In 2014 ontvoerden de terroristen van Boko Haram bijna 300 schoolmeisjes. Nog altijd zijn er 112 vermist. De oorlog duurt voort. In de deelstaat Borno en de regio erom heen, ook in buurlanden als Tsjaad en Niger, zijn al 30.000 doden gevallen. Meer dan 240.000 mensen zijn op de vlucht. Er zijn 1,8 miljoen ontheemden, 5 miljoen mensen hebben honger.
Hehekamp was de afgelopen week in Nigeria. Hij legt uit dat hulpverleners enkel in een paar dorpen en kleinere steden hun werk kunnen doen, omdat de rest van het gebied zo onveilig is. "Dat zijn letterlijk vestingen, met een grote greppel eromheen en een dijk. Daar leven dan duizenden mensen in zogenaamde superkampen, in kleine, plastic rothutjes. Een hele familie in één zo'n hutje, met alleen maar wat gras op het dak voor wat schaduw. Al jaren.''
Premier Mark Rutte en staatssecretaris Ankie Broekers-Knol van Veiligheid en Justitie waren afgelopen week ook in Nigeria, maar dan om te praten over handel, illegale migratie, mensensmokkel en 'bevordering van terugkeer'. "Prima", zegt Hehenkamp daarover. "Handel en migratie, heel belangrijk. Maar geen woord over Boko Haram en het conflict. Dat vind ik heel pijnlijk. Schrijnend. Alsof Rutte er niet in geïnteresseerd is. Hij moet het juist bespreekbaar maken. Dat is wel het minste. Hij kan het natuurlijk niet in zijn eentje oplossen, maar práát erover, in de EU of andere politieke fora. Dat gebrek aan aandacht, dat schokt me. Het past niet om dit te vergeten."