Er zijn op deze aarde nog maar weinig plekken waar de moderne mens verstoken is van zijn vertrouwde communicatiemiddelen. De blackberry, de wireless laptop en zelfs de satelliettelefoon geven daar niet thuis (“no service”). Eén van die plekken is de Okavango-delta in het noorden van het Afrikaanse land Botswana, een internationaal vermaard natuurgebied. Hier komen ‘eco-toeristen’ naar toe, die er juist veel geld voor over hebben om even niet bereikbaar te zijn. Maar columnist Thomas Friedman van The New York Times, die deze zomer ook even de rust van de wildernis opzocht, tekent daar wel bij aan dat voor veel Afrikanen “no service” juist een vloek is, omdat zij daardoor niet in staat zijn op gelijkwaardige wijze mee te doen op de wereldmarkt. Botswana is in Afrika echter een gunstige uitzondering. Dankzij de inkomsten van de diamantmijnen kan het land zich veroorloven 40 procent van zijn grondgebied ‘communicatievrij’ te houden, zodat rijke westerlingen op zoek naar rust daar volledig aan hun trekken kunnen komen. Nu de rest van Afrika nog...
Bron(nen): New York Times