Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag eist dat Israël alles in het werk stelt om de basisbehoeften aan voedsel in de Gazastrook toe te laten. Dit moet volgens alle rechters van het hof doelmatig en snel gebeuren.
Volgens de magistraten van het ICJ worden de omstandigheden voor de Palestijnen in de strook alsmaar slechter en heerst er hongersnood.
Het ICJ kwam in januari met een tussenvonnis in de aanloop naar het proces dat Zuid-Afrika heeft aangespannen tegen Israël over "genocidale daden in de Gazastrook". Toen eisten de rechters van het ICJ al dat Israël "onmiddellijke en effectieve maatregelen" moest nemen om de Palestijnen in de bezette Gazastrook te beschermen tegen het risico van genocide door onvoldoende humanitaire hulp.
Volgens onder meer Zuid-Afrika en Ierland en mensenrechtenorganisaties heeft Israël zich daar niets van aangetrokken.