De herinnering aan de onvrijheid van de oorlogsjaren moet worden doorgegeven ,,alsof de oorlog gisteren was. Ook als niemand meer weet wat het is om in een bezet land te leven". Dat zei de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema in een toespraak bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam. ,,We leven nu 74 jaar na de bevrijding. Er zijn nog mensen die het verschil tussen bezetting en vrijheid zelf hebben ervaren. Elk jaar worden het er minder."
Maar stoppen met herdenken is niet aan de orde. ,,Wij ademen vrije lucht, wij wandelen ongestoord door de stad, wij geven onze meningen, wij kiezen in vrijheid. We doen dat dagelijks, haast achteloos. Maar aan onze vrijheid gingen pijn en groot verdriet vooraf. Onze vrijheid is door pijn omzoomd. (...) Daarom herdenken we, dit jaar, volgend jaar en alle jaren daarna", zei Halsema.
De 4 en 5 meiviering heeft dit jaar als thema 'in vrijheid kiezen'. Aan het begin van haar speech gaf de burgemeester voorbeelden van keuzes die we honderden keren op een dag, zonder nadenken kunnen maken: ,,Een briefje schrijven of bellen. Je stem laten horen, of niet. Je geliefde omhelzen, de straat oversteken, of niet." Ze zette dat af tegen de onvrijheid van de bezettingsjaren.
Halsema illustreerde haar toespraak met het gedicht Adempauze van de Joodse onderduikster en latere verzetsvrouw Louise (Wiesje) van Santen, over de benauwenis van de oorlog en de verbazing van de bevrijding.
Voorafgaand aan de toespraak van de burgemeester werd het Wilhelmus gezongen en las de 18-jarige Maureen de Witte haar gedicht 'Eén keer vaker' voor. Ze won daarmee de poëziewedstrijd Dichter bij 4 mei.