In Duitsland vonden er in korte tijd vier heftige geweldsincidenten plaats. Wetenschappers gingen eerder al op zoek naar de patronen bij dit soort uitbarstingen. Zij concludeerden: er is sprake van golfbewegingen.
Dit copycat-effect blijkt
uit onderzoek van de Amerikaanse statisticus Sherry Towers. Ze ontdekte dat in de eerste dertien dagen na een moordpartij de kans op een nieuw incident 22 procent groter is dan normaal. Veertig procent van de gewelddadigheden volgt binnen twee weken na een vergelijkbare aanslag. Towers keek ook naar de rol van de media. Haar conclusie: Hoe meer media-aandacht, des te groter de kans dat een potentiële copycat (imitator) opstaat.
Vooral 'actieheldachtige' reportages verhogen dat
gevaar. Als voorbeeld van dit 'contagion effect' noemt Towers
Anders Breivik, die dertien jaar geleden in Noorwegen een bloedbad aanrichtte. Door alle aandacht kreeg hij precies wat hij wilde. Zelfs zijn 1500 pagina's tellende manuscript werd uitgebreid geanalyseerd.