Het is de grootste evacuatie in de Nederlandse naoorlogse geschiedenis. Meer dan 250.000 mensen sloegen in 1995 op de vlucht voor het
water. Deze week is het precies 20 jaar geleden, dat ze huis en haard achterlieten vanwege de extreem hoge waterstanden van de Rijn, Maas en Waal. Op 31 januari 1995 krijgen de bewoners van de Bommelerwaard, de Ooijpolder, het Land van Maas en Waal en een groot deel van de Betuwe te horen dat ze moeten vertrekken. Een ware volksverhuizing komt op gang. Vrachtwagens vol huisraad rijden het gebied uit. Er is immers gewaarschuwd dat bij een eventuele dijkdoorbraak ook de eerste verdieping onder zal lopen. Tienduizenden gezinnen zoeken een veilig heenkomen bij familie. De vele boeren in het gebied evacueren ook nog eens een miljoen dieren. De uitgestorven dorpen doen spookachtig aan. Verslaggever Peter Donk was in die tijd in het Gelderse Herwijnen. Hij vertelt: 'Je hoorde op straat alleen een overlopende waterput en wat wachthoudende ME'rs. Verder was het stil, doodstil. Het dorp was leeg.' Als de situatie op 1 februari bij Ochten echt kritiek wordt, slaat de angst toe. 'We gaan eronder, we gaan eronder,' roept een geëvacueerde inwoner, terwijl hij verbijsterd naar de televisie kijkt. Hij zag een schuivende dijk met scheuren en met zandzakken slepende militairen, die zo nietig leken in vergelijking met het almaar stijgende water. Toch lukt het ze om de dijk te versterken en een dag later begint het water te zakken. Morgen 20 jaar geleden konden de eerste bewoners terug naar hun huizen, die gelukkig grotendeels droog waren gebleven. Een kort filmpje over het hoogwater en de evacuatie: