ICJ hoort Palestijnen in zaak over Israëlische bezetting

DEN HAAG (ANP) - Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) hoort vandaag het pleidooi van de Palestijnse vertegenwoordiging in een zaak over de Israëlische bezetting van de Westoever en Oost-Jeruzalem. Eind 2022 vroeg de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties het ICJ om advies over de juridische consequenties van de bezetting.

De Palestijnse delegatie wordt geleid door buitenlandminister Riyad al-Maliki. In zijn openingswoorden riep Al Maliki het hof op een "onmiddellijk, volledig en onvoorwaardelijk" einde te brengen aan de "illegale Israëlische bezetting" van de Palestijnse gebieden. Volgens Al Maliki moet er een einde worden gemaakt aan de "straffeloosheid van Israël".

Advocaten van de Palestijnse vertegenwoordiging gingen in op het juridische aspect van de Israëlische bezetting. Binnen het humanitair recht is bezetting toegestaan, mits dat tijdelijk gebeurt, zeiden de advocaten. Maar inmiddels is er in de Palestijnse gebieden sprake van annexatie, zo beweerden de advocaten.

Permanente annexatie

Ze wezen onder meer op de illegale nederzettingen die Israëlische kolonisten hebben opgebouwd op de Westoever. De Palestijnse delegatie stelde dat die een permanente annexatie laten zien.

De komende dagen worden meer dan vijftig landen gehoord die zich uitspreken over de situatie in de Palestijnse gebieden. Ook Nederland komt aan het woord. Het ICJ zal met een niet-bindend advies voor de Algemene Vergadering komen over hoe te handelen in het conflict tussen Israël en de Palestijnen.