In meer dan de helft van verzamelde poepmonsters van grazers in en nabij natuurgebieden in Nederland zijn antiparasitaire middelen gevonden. Dat meldt ARK Natuurontwikkeling zondag. Volgens de natuurorganisatie hebben de gevonden medicijnresten grote negatieve impact op insecten, maar ook op zoogdieren, vogels en reptielen. Het onderzoek naar de aanwezigheid van antiparasitaire middelen en pesticiden in poep van (semi-wilde) grazers in natuurgebieden en aangrenzende boerenpercelen werd in 2021 uitgevoerd. In totaal werden vijftien verschillende monsters verzameld in Groningen, en dan met name in het Lauwersmeergebied, in de regio Nijmegen en in Zuid-Limburg. In acht van de vijftien monsters werden er volgens ARK 'besmettingen' geconstateerd. Zes stoffen werden aangetroffen. Daarbij ging het om ivermectine, triclabendazol, triclabendazolsulfoxide, permethrin, cypermethrin en deltamethrin. Domino-effect De gevonden medicijnresten zijn volgens ARK zelfs bij extreem lage doseringen al zo giftig dat veel insecten in de poep sterven. En dat heeft weer een domino-effect tot gevolg, omdat er een acuut voedselgebrek ontstaat voor vogels en zoogdieren die afhankelijk zijn van deze insecten als voedselbron, aldus de natuurorganisatie. Het middel triclabendazol dat in Groningen werd ingezet tegen de parasiet leverbot werd vier maanden na toediening nog aangetroffen in de poep van de behandelde runderen, meldt ARK. "Opmerkelijk genoeg werd de stof ook gevonden in de poep van onbehandelde paarden. De enige verklaring daarvoor is dat de stof via de poep van behandelde runderen opgenomen is door de vegetatie en vervolgens - maanden later - door de paarden binnengekregen is tijdens het grazen." Volgens ARK zijn er natuurlijke alternatieven voor de antiparasitaire middelen die nu nog vaak worden ingezet, zoals de planten boerenwormkruid en kaailook.