,,Europa doet ongelooflijk veel om Islamitische Staat (IS) te verslaan. Maar we hebben hier te maken met een heel koelbloedige tegenstander, met een apocalyptische ideologie, met mensen die bereid zijn zich op te blazen. Daar moet je dus héél koelbloedig op reageren.'' Met deze woorden reageert minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) woensdag in het AD op de aanslagen in Parijs.
Volgens de minister heeft het geen zin grondtroepen naar IS-gebieden te sturen. ,,Dan maken we dezelfde fout als destijds in Irak.'' Koenders is van mening dat het Midden-Oosten de problematiek zelf moet oplossen, maar wel met hulp van het Westen. Nederland doet volgens hem al heel veel. ,,We trainen Irakese militairen en bombarderen met F16's.'' Koenders sluit niet uit dat er ook gebombardeerd gaat worden boven Syrië, maar,,het lijkt me niet handig om daar nu allemaal door elkaar te gaan vliegen.'' Koenders noemt het een ,,overwinninkje'' dat landen als de Verenigde Staten, Rusland, Turkije, Iran en Saudi-Arabië met elkaar om de tafel zitten om over Syrië te praten.
De minister noemt Assad een groot probleem om de vrede in Syrië te kunnen herstellen. ,,Assad heeft zoveel bloed aan z'n handen dat hij uiteindelijk niet kan aanblijven. (..) Maar bij die gesprekken die we nu over Syrië voeren, is Assad de olifant in de kamer. We weten allemaal dat het een probleem is, maar het gaat nu eerst om iets anders. Een staakt-het-vuren bereiken. En daarna lossen we dat andere probleem wel op.''
Die oplossingen zullen volgens de minister ook een einde maken aan de vluchtelingenstroom naar Europa. Veel Nederlanders zijn bang dat zich onder de vele vluchtelingen ook extremisten bevinden. Koenders veegt deze angst van tafel. ,,Deze mensen vluchten nou precies voor waar wij bang voor zijn. (..) Laten we ze maximaal en effectief screenen. (..) En laten we het debat over vluchtelingen niet vergiftigen door de aanslagen.'' De grenzen sluiten is volgens Koenders geen optie. ,,We moeten de buitengrenzen van Europa beter controleren en radicaliserende jongeren in onze wijken goed begeleiden.''