Asielzoekers hebben niet direct recht op een woning. Ze moeten eerst een verblijfsvergunning krijgen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) Dan zijn ze statushouder en zijn gemeentes verantwoordelijk voor huisvesting. Alleen statushouders hebben dus een woning nodig.
In 2020 was 4,3 procent van de sociale huurwoningen, in totaal 7000 huizen, gereserveerd voor statushouders. Om de doorstroom van statushouders, die noodgedwongen in asielzoekerscentra zitten, te bevorderen, heeft woonminister Hugo de Jonge gemeenten opgeroepen om 12,5 procent van hun sociale woningvoorraad hiervoor te reserveren, maar dit lukt in de praktijk niet.
Tekort aan sociale huurwoningenHet is daarom te kort door de bocht om te zeggen dat ze 'onze' huizen inpikken, volgens socioloog Niels Spierings van de Radboud Universiteit Tegen
Omroep Gelderland zegt hij: "Het klopt dat wanneer een woning wordt toegewezen aan statushouders, dat er dan niet iemand anders in diezelfde woning kan wonen die op de wachtlijst voor sociale huur staat. Maar de context is natuurlijk wel dat die sociale huur de afgelopen decennia deels geliberaliseerd is, door de verkoop van sociale huurwoningen. Er zijn daarnaast mensen met een algemeen negatieve houding rond migratie en vanuit die blik oordelen ze dan.”
Er zijn veel te weinig sociale huurwoningen, waardoor mensen vaak jarenlang op een woning moeten wachten. Hoogleraar Woningmarkt Peter Boelhouwer legt uit dat statushouders slechts een beperkte druk leggen op de sociale huurmarkt. Ook allerlei andere groepen krijgen voorrang op de wachtlijst.
"Het zijn niet alleen statushouders die voorrang krijgen, maar het zijn ook mensen uit instellingen, mensen die een nieuwe woning nodig hebben omdat hun huis vanwege stadsvernieuwing gesloopt wordt. Er is een behoorlijke groep aan het ontstaan waardoor per gemeente gemiddeld zo rond de 20 à 30 procent niet naar reguliere woningzoekenden gaat. Maar daarvan is zeker niet de grootste groep statushouder", zegt Boelhouwer.