Boten met vluchtelingen, die zinken in de Middellandse Zee, het hoort er kennelijk bij tegenwoordig. We laten ze liever verdrinken dan dat ze ons knusse Europa binnen komen. Bij de scheepsramp van afgelopen zaterdag zijn mogelijk 900 mensen om het leven gekomen. Vandaag praten de Europese ministers van Buitenlandse Zaken over een oplossing. Hulp bieden zou te gek zijn, maar de Europese grenzen kunnen wel wat strenger worden bewaakt. De burgemeester van het Siciliaanse Catania, Enzo Bianco, is al tijden een roepende in de woestijn. ''Europa moet eens gaan handelen en niet zijn rug toekeren. Dit is geen plotselinge ramp. Dit duurt al jaren en zal nog jaren doorgaan”, zei Bianco gisteren. Na een van de eerste bootrampen in 2013 begon Italië met de reddingsoperatie Mare Nostrum, want 'zo'n ramp mocht nooit meer gebeuren.' Tientallen reddingsschepen zorgden er voor dat het aantal slachtoffers daalde en 140.000 migranten werden gered. Maar Italië stond er alleen voor. De Noord-Europeanen deden niets om te helpen en bleven volhouden dat vluchtelingen moeten worden opgenomen in het land waar ze als eerste aankomen, Italië dus. Ze vonden bovendien dat Mare Nostrum maar een aanzuigende werking had. Toen het geld op was, stopte Italië grotendeels met de reddingen en nam het Europese agentschap voor grensbewaking Frontex het met een veel lager budget over. Bianco moet lachen bij het woord Frontex. ''Dat stelt helemaal niets voor. Die hebben hun hoofdkantoor in Polen nota bene. Ze zouden hier moeten zijn! Ik heb ze Catania als hoofdkantoor aangeboden, maar dat mocht niet, want Italië had geen recht op meer EU-agentschappen.”
Bron(nen): nrc.next (betaald)