Hardrijders in de bebouwde kom kunnen binnenkort extra post verwachten van het CJIB: vanaf nu kun je ook op 30-kilometerwegen tegen de lamp lopen. Het Openbaar Ministerie heeft besloten dat deze snelheidscamera’s voortaan door heel Nederland langs 30-zones mogen worden geplaatst, na een succesvolle proef in Amsterdam.
Met steeds meer gemeenten die de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom van 50 naar 30 kilometer per uur verlagen, groeit ook de behoefte aan handhaving, aldus het OM. “Hoe meer bestuurders zich aan de maximumsnelheid houden, hoe lager het risico op ernstige ongevallen”, zegt Marloes van Kessel, woordvoerder van het OM, tegen het AD.
Maar zomaar een flitspaal neerzetten, dat werkt niet. “Het moet voor de weggebruiker een geloofwaardige limiet zijn”, aldus Van Kessel. Denk aan drempels, smalle rijbanen en duidelijke verkeersborden. Als dat allemaal klopt, dan is de kans groot dat bestuurders ook daadwerkelijk hun snelheid aanpassen.
In Amsterdam is het afgelopen jaar de proef op de som genomen. Flexibele en vaste flitspalen zijn ingezet op wegen die speciaal zijn aangepast voor de lagere maximumsnelheid. Het resultaat? Een duidelijke daling in de gemiddelde snelheid. “Daarmee is het dus effectief”, zegt de woordvoerder.
Om het verkeer veiliger te maken en het verkeersgeluid te halveren is vorig jaar 80 procent van de wegen in de hoofdstad, zo'n 270 kilometer, veranderd in een 30 kilometerweg. Na een half jaar bleek dat de gemiddelde snelheid op de betrokken wegen gedaald was met 5 procent. Op rechte stukken daalde de snelheid iets meer, met 10 procent. Of het aantal verkeersongelukken daardoor ook is afgenomen, is nog niet duidelijk. Komend jaar volgt een uitgebreidere evaluatie.
Hoewel een landelijke uitrol nu mogelijk is, hoeven we niet te vrezen voor flitsers op elke 30-kilometerweg. Het OM ziet de camera’s als een laatste redmiddel, niet als standaardoplossing. “Het is echt het sluitstuk van de maatregelen om te hard rijden tegen te gaan.”
Eerst moeten gemeenten en politie aantonen dat andere methoden, zoals verkeerscampagnes of fysieke aanpassingen, niet voldoende effect hebben gehad. Wij beoordelen aanvragen van politie en gemeenten voor locaties waarop zij achten dat handhaving nodig is. De politie kan bijvoorbeeld constateren dat er veel snelheidsovertredingen plaatsvinden en dat er veel ongelukken gebeuren of gevaarlijke situaties ontstaan omdat er een oversteekplaats is. Maar pas als er een geloofwaardige weginrichting is en de inzet van andere maatregelen die het verkeersgedrag beïnvloeden, zoals educatie en campagnes, onvoldoende helpt, zullen we een flitspaal plaatsen”, vertelt Van Kessel.
Bron: AD