Het is duur, maar relatief eenvoudig om in Israël aan een nieuwe nier te komen. Aan de hand van het verhaal van een Israëlische vrouw, Ophira Dorin, laat de zien hoe makkelijk het is om in Israël illegaal een nier aan te schaffen. Tal van transplantatie-makelaars strijken daar enorme sommen geld op om wanhopige patiënten te koppelen aan buitenlandse donoren. De niertransplantaties vinden in het buitenland plaats. In bijna alle gevallen zijn de donoren arm, laag opgeleid en niet goed voorgelicht over de risico’s van de ingreep. Dorin (36) betaalde $175.000 voor een niertransplantatie, die de makelaars organiseerden in Costa Rica. De donor, een werkloze 37-jarige man, kreeg slechts $18.500 voor zijn nier. De artsen in Costa Rica varen er wel bij. Een arts die in een publiek ziekenhuis $7000 per maand verdient, kan zijn inkomen verdubbelen door één niertransplantatie uit te voeren in een privé-ziekenhuis. Uit een analyse van de Times van omvangrijke gevallen van orgaanhandel sinds 2000 blijkt dat Israëli's een onevenredig grote rol in de orgaanhandel spelen. Dat donororganen zo schaars zijn in Israël komt omdat slechts 10% van de mensen geregistreerd staat als donor. Dat is deels te wijten aan religieuze beperkingen ten aanzien van de dood en de ontheiliging van het lichaam. Omdat je met één nier goed kan leven, betreft de overgrote meerderheid van de levende donor-transplantaties nieren. Levende donoren zijn goed voor ongeveer 40 procent van de ongeveer 80.000 niertransplantaties die volgens de WHO elk jaar wereldwijd uitgevoerd worden. Nieren van levende donoren genieten ook de voorkeur omdat ze gemiddeld genomen langer meegaan. Via een laparoscopie is het verwijderen van een nier vrij eenvoudig, maar niet zonder risico's. Uit het weinige onderzoek dat ernaar is gedaan blijkt dat bij een transplantatie in het buitenland de kans op complicaties groter is en de kans om te overleven kleiner.
Bron(nen): The New York Times