TOULON (ANP/AFP) - De Franse president Emmanuel Macron heeft samen met zes Afrikaanse leiders de landing van geallieerde troepen op 15 augustus 1944 in het zuiden van Frankrijk herdacht. Zo'n 350.000 militairen uit de VS, het VK, Canada, Frankrijk en vooral ook toenmalige Franse koloniën in Afrika droegen bij aan de operatie Provence en de overwinning op nazi-Duitsland.
Het doel van de landingen was om de havens van Marseille en Toulon in te nemen. Deze donderdag precies tachtig jaar geleden kwamen 100.000 Amerikanen, Britten en Canadezen aan in de Franse Rivièra. Later volgden nog eens 250.000 militairen die voor Frankrijk vochten, overwegend afkomstig uit Afrikaanse koloniën. Ze kregen de havens binnen twee weken in handen.
"Er was geen geallieerde overwinning geweest zonder de bijdrage van andere volkeren, zonder de vreemdelingen", zei president Paul Biya van Kameroen. "Er werd gezamenlijk gevochten om de universele waarden en ideeën van vrede en gerechtigheid te verdedigen."
Verandering
Jarenlang werd de rol van vooral de Afrikaanse strijders nauwelijks benoemd. Daar is pas de laatste drie decennia verandering in gekomen. "Frankrijk was ons vergeten, maar maakt de verloren tijd goed", aldus Oumar Dieme, een van de voormalige Senegalese infanteristen die bij de ceremonie aanwezig waren.
Er waren onder meer vertegenwoordigers aanwezig van de regeringen van Togo, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Burkina Faso. Algerije, Mali en Niger stuurden niemand. Die landen hebben een moeizame relatie met de Franse regering.
De invasie in de Provence is ook bekend onder de codenaam Operatie Dragoon. Een deel van de herdenkingsplechtigheden is afgeblazen vanwege slecht weer in het gebied.